Plaats maken voor elkaar en/is plaats maken voor God
U bent van harte welkom op deze zondag 31 augustus. Men zegt: een dag voor het begin van de klimatologische herfst, maar de bijkomende regen is zeer welkom. Plaats maken, staat er boven deze viering, voor de ander. Voor elkaar. Voor God in ons leven. Wij zijn allemaal genodigd, er is geen hoog of laag, geen meer of minder, geen arm of rijk voor hem die ons ziet en heeft gewild. De tafel hier in ons midden, voor het vieren van de eucharistie, is het beeld bij uitstek van solidariteit, zonder enige baatzucht. Alle drie de lezingen van deze zondag willen ons dat inscherpen, als een uitnodiging. Mogen wij dit uur werkelijk samen hóren en samen vieren
Deze afgelopen week waren er twee momenten, die ik straks graag wil noemen, waarvan ik dacht: die kun je zo leggen naast het Evangelie. Ik denk dat u en ik, dat wij allen begrijpen wat Jezus in de parabel wil zeggen en ons erover wil doen nadenken. Een parabel dwingt niet, maar zet je, als je daartoe bereid bent, aan het denken. Misschien heeft u het wel meegemaakt wat het betekent, om niet gezien te worden, niet gewaardeerd; een gevoel van vernedering. De een laat het misschien gaan, voor een ander is het als iets dat heel erg binnenkomt, dat kwetst en kwetsbaar maakt. Dat ergens appelleert aan ervaringen van vroeger. Het kan pijnlijk treffen, door de ander misschien niet zo bedoeld. Nelson Mandela noemde dat onze diepste angst.
Er is ook een “jezelf vernederen”, ik zet het tussen aanhalingstekens. Niet in de betekenis dat je er niet toe doet. Maar om ruimte te maken en plaats te maken voor de ander, die is als jij. Nederig kan in onze maatschappij van snel, van prestatie en competitie negatief klinken, alsof je een doetje bent. Maar nederig, daar zit het woord humus in, aarde, en humilitas en ook humaniteit. Adam… betekent uit de aarde genomen. Hij werd een ik toen God riep: Adam, war ben je! Nederig als jezelf niet boven de ander plaatsen, is een gelovige levenshouding. De apostel Paulus heeft in zijn soms moeilijke brieven pareltjes geschreven. Hij schrijft: “Trouwens, vriend, wie vind je zo belangrijk, wat heb je dat je niet kreeg”. En het meest indringende voorbeeld van nederigheid is de zogenaamde Christushymne in de brief aan de Filippenzen,
Hij, Jezus, heeft zichzelf ontledigd en is als een slaaf geworden. Hij heeft zichzelf vernederd tot de dood, de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam gegeven die boven alle namen is: Christus is de Heer.
Dan deze afgelopen week.
In het middaggebed lazen we een gedeelte uit de regel van Benedictus. Over nederigheid, en de juiste houding tot God en de naaste. Een kort citaat: als wij het toppunt van nederigheid willen beteiken en aankomen bij de hemelse verheffing, dan moeten we door onze daden de ladder opzetten die Jakob zag in zijn droom, en waar engelen omhoog en omlaag gingen. Omhoog is het reiken naar aanzien, maar de treden omlaag zijn het die ons de liefde voor God doen bereiken. Om het met onze hoeksteen te zeggen: omlaag is waar de hemel de aarde raakt.
Het tweede moment is toen ik een stukje terugkeek van de verwondering, met Stef Bos, de liedschrijver- en zanger. 50 + geworden blikte hij terug op zijn leven tot nu, zijn jonge gezin dat hem zo gelukkig maakt, zijn werk. Het voelde voor hem ook kwetsbaar en hij zei behoefte te hebben aan trager leven, aan leemte, die ruimte geeft. Als je je klein maakt, zei hij, wordt de ruimte om je heen groter. In zo’n moment vroeg hij aan zijn zoontje: ”Wat wil je later worden als je groot bent” Moeilijke vraag voor een jong kind. Maar zijn antwoord was: Papa, wat wil je later worden als je dood bent.. Een verspreking, maar voor deze papa bracht het veel in beweging. Wat wil je nalaten, hoe wil je herinnerd worden, maar bovenal: wat maak ik er van in net hier en nu! Wie ben ik voor mijn gezin, mijn naaste… het maakte hem kleiner en deemoedig. Hij noemde het ook zo: ik moet naar beneden…
Wat wil ik later worden als ik dood ben. Hoe maak je de ander groot, en mogen we tegelijk beseffen, dat wij door God gewild zijn. De laatste regels van het Evangelie, over de armen, zijn prachtig en vatten samen waar het om gaat: de mensen die Jezus verzamelt en die met Hem rondtrekken, zijn een volk van nederigen, zoals Hijzelf. Bewogen door de armen, en zelf arm geworden. Als wij daarbij mogen horen, dan kan niemand ons omver blazen. Dan weten we dat we een goede gids hebben. Ik meen dat het Augustinus was die zei: God ís al klein geworden. Nu wij nog.
Wat wil je/ wie wil je later worden, als je dood bent?
Stef Bos.
“Wat wil je later worden als je groot bent”,
vroeg hij aan zijn zoontje.
Het jongetje gaf geen antwoord, maar zei:
“Papa, wat wil jij later worden als je dood bent?”
Dit is zijn gezongen antwoord, zijn ode aan zijn gezin:
Later als ik dood ben en ik niets meer kan verliezen
Trek ik de registers open en laat alle lucht eruit
Orgelklanken zoals golven die de wereld overspoelen
Met een liefde die de angel haalt uit alle haat en nijd
Later als ik dood ben wil ik niet meer denken
Denken aan degenen tegen wie ik vechten moest
Weg uit hun gedachten en zij ook uit de mijne
Ik heb teveel mijn tijd verloren met wat er niet toe doet
Later als ik dood ben wil ik de vader worden
Die ik door mijn onvermogen nooit heb kunnen zijn
Lichtdoorgever…Wegbereider en een Engel op een schouder
Een vader die er altijd is ook als hij verdwijnt
Later als ik dood ben wil ik overgaan in alles
Onzichtbaar in de avond als het laatste hemelsblauw
Later als ik dood ben wil ik met jou dansen
Zonder dat je weet dat ik jou in mijn armen hou