Overweging – Pasen 2025

Pasen, het licht van de nieuwe morgen. Met de Paaskaars, het Licht van Christus, in ons midden. 7×7 Dagen zal ze hier branden tot de 50ste dag, de dag van Pinksteren. Elke zondag wordt u door de Paaskaars verlicht als een teken van wat we niet met woorden kunnen zeggen. Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft. Het uiterlijke vuur dat ons innerlijk mag aansteken .

Wij ontvingen het licht, deelden het met elkaar en zetten zo elkaar in het licht. We zagen elkaars gelaat en zongen voor het eerst na de vasten het Alleluja, laat ieders Heren goedheid prijzen. De morgen van de nieuwe dag in taal en teken. Pasen, nieuw leven, opstaan. Jezus’ verrijzenis en-, dat is wat Hij belooft- ook onze verrijzenis.

Samen in het licht staan. Met alles wat we meemaken, waar we bang voor zijn of tegenop zien. Onze angst is soms diep geworteld, angst voor de toekomst, die van onze kinderen, voor de aarde die wordt uitgebuit en het leed van zovele slachtoffers, een nood die maar niet gelenigd wordt. En toch vieren we Pasen, kleine mensen als we zijn. Maar krachtig!

Als u door de achterdeur zou komen, of u loopt een dezer dagen eens achterom, dan loopt u onder onze treurbeuk door, een groene kathedraal. De knoppen zwellen met de dag en eerstdaags laat het dode onnutte vliesje los, springt de knop open en laat niet één blaadje zien, maar een takje met 7 tere blaadjes die zich ontvouwen met een onstuitbare levensdrift. Heel de schepping, heel ons landgoed getuigt van het nieuwe leven, na de donkere winter. En ook velen van ons zullen opveren in het licht en de warmte van de zon.

Ida Gerhardt dichtte:

Dit is de eerste schuchtere groei
Een zich ontplooien naar het licht
Eens is van liefde en geduld
De tijd vervuld.
Dan staat mijn stille tuin in bloei.
En elk aandachtig bloemgezicht
Is toegekeerd naar u.

Dan staat mijn stille tuin in bloei… Het was nog vroeg in de morgen, in het prille licht na haar lange nachtwake. Maria Magdalena gaat, de vrouwen gaan, want ze spreekt over “wij”, naar de stille tuin met het graf van hun vriend en rabbi. Ze waren bij Hem gebleven. Hij had het hen voorgeleefd, leven in liefde, leven als broeders en zusters van elkaar, een ándere weg durven inslaan, die van goedheid en dienstbaarheid, van jezelf willen geven. Leven in geloofsvertrouwen.

Wat haar nu rest is haar verdriet uiten, haar liefde en dankbaarheid getuigen, trouw blijven aan Hem die haar leven en dat van zovelen een doel gaf. Soms brengt dat troost! We kennen verhalen van mensen in rouw: dat er een vlinder op je arm landt en een tijd bij je blijft. Een vriendin vertelde mij: zo gek, dat is nog nooit gebeurd. Er viel een bloem, een verse bloem voor mijn voeten. Ik raapte ze op. En even later een in mijn schoot. Ik herkende een geur. Als een teken van gene zijde. Iets waar je niet makkelijk over spreekt maar dat voor jou echt en waar is. Zo ging Maria Magdalena, ze volgde haar hart. Het weet immers de weg!
Maar ze was ontsteld en bang. De steen weggerold. En ze haast zich naar haar medeapostelen. Pas enkele verzen na het Evangeliegedeelte van deze morgen zullen we horen, dat ze bij haar naam wordt genoemd. En haar Heer herkent.

En de eerste getuige mag zijn van de levende Heer. “De steen is weggerold”, dicht Huub Oosterhuis.” Ik ben, (wij zijn) uit de grond opgestaan. Mijn ogen kunnen het licht verdragen, mensen komen me tegemoet. Wij zijn in bekenden veranderd. Dan zal ik leven!

Pasen is je keren naar het licht, naar elkaar. Wat wij in de liturgie Verrijzenis noemen, opstaan tegen alle dood, tegen onrecht, tegen armoede, tegen eenzaamheid. Maar mét hoop en moed! Dat we het kunnen en volhouden, met de Levende die ons is voorgegaan en blijft voorgaan.
Hier in de hal staat al jaren een prachtige boomschijf van ons landgoed. Met de woorden: Bij Hem blijven op zijn weg. Hij gaat ons voor naar het licht. Eens is van liefde en geduld de tijd vervuld.

De tijd is ongewis. Dat kan moedeloos maken. Maar iets in mensen is zó krachtig – is dat ons Paasgeloof? – dat we opstaan en elkaar opzoeken. Dat we zingen en vieren: De Heer leeft! Ook in Gaza te midden van alle verwoesting zingen mensen het Alleluja. Met Pasen is de tijd vervuld.

Aan tafel hadden we het over de toetreding van jonge mensen, de “gen-Z” generatie, tot de kerk. Er was een krantenartikel aan gewijd. Zij putten kracht uit de Bijbel, uit samen zijn als gemeenschap. Ook met een aarzelend geloof. Een van hen zei: “Ik weet het nog niet maar vind het belangrijk om me in te zetten voor deze kerkgemeenschap.” Dat is Pasen. Een groeiend geloof. Een stap zetten, in beweging komen, als de figuurtjes van het logo van dit jubeljaar. Een kleurrijke stoet met het kruis van Christus en het anker van hoop voor zich uit.

Maria Magdalena hield haar ervaring niet voor zichzelf. Ze is niet voor niets apostel van de Hoop. En moedig! Ze bazuinde haar vreugde rond. Laten wij dat ook doen.
Deze eerste dag en heel de paastijd en verder.

Zalig Pasen!