In het verre verleden maakten moeders met het broodmes een kruis over het brood. Brood, toegewijd aan God. Samen het brood eten was een heilig moment. We zouden nu zeggen: een sacrament. Veel gebaren en rituelen werden tot sacrament. De boer plantte op de hoeken van de velden kruisen: de oogst toegewijd aan God. Zo ontstonden vele sacramenten in het dagelijks leven.
Dat is in de loop der tijden in onbruik geraakt. Er werden te veel momenten van God gezien. De kerk heeft dat op een gegeven moment gestructureerd. Men kwam op zeven verschillende sacramenten. Allemaal momenten van God. Momenten in het leven waarbij wij God konden ontmoeten. We herkennen de godsontmoetingen als een kindje geboren wordt, als kinderen volwassen worden, als er gezamenlijk brood gebroken en gedeeld werd, als iemand koos voor een speciale taak in de geloofsgemeenschap, als mensen een verbond aangaan, als er iets mis was gegaan en ten slotte als leven, dood en verrijzenis een rol gaan spelen.
Kort gezegd hebben we het dan over: doop, vormsel, communie, huwelijk, priesterschap , biecht en ziekenzalving. Die sacramenten vieren we vandaag op sacramentszondag, met als hoogtepunt het samen breken en delen van brood en wijn. De eucharistieviering, ofwel het laatste avondmaal.
Veel kunstenaars hebben die ontmoeting met God aangegrepen om iets uitzonderlijks te maken. We kennen allemaal het prachtige werk van Leonardo da Vinci. Dat is een fresco, muurschildering, in de vroegere eetzaal van het dominicaner klooster in Milaan. Leonardo schilderde een groep van 13 personen aan een tafel. De vraag die elke apostel aan zichzelf stelde was: ben ik het Heer. Na de mededelingen van Jezus, dat hij overgeleverd zou worden, zijn de apostelen geschokt.
Thomas vraagt met opgestoken vinger: ben ik het Heer. Hiermee de godsontmoeting in twijfel gebracht. Petrus, de altijd weerbarstige van de twaalf, grijpt een mes en verbreekt zo de ontmoeting. Johannes, die aan de schouder van Jezus ligt, versterkt de godsontmoeting. En natuurlijk Judas. Die verbreekt de ontmoeting en loopt weg. Op weg naar het verraad, op weg naar de kruisiging van zijn meester. Zo zal elke apostel iets van de godsontmoeting herkennen. De een breekt hem, de ander verstevigt hem. Judas met de geldbuidel. Petrus met het zoutvaatje.
Er zit een knoop aan het tafelkleed, om er voor te zorgen dat het niet over de grond valt. Sommigen stellen dat er dan een vrouw aan tafel zit. Toch Maria Magdalena, of toch Johannes. Wie zal het zeggen. Dan Brown in ieder geval niet. Jezus is bijna automatisch het middelpunt van het schilderwerk, het middelpunt van de hele kosmos. Alle perspectieflijnen komen samen in zijn rechteroog. De apostelen hebben vaak een aureool. Jezus ook, maar een heel speciale; Judas geen aureoaal of een zwarte, of een gebroken. Het viel de mensen die toen leefden wel op dat Judas hen bekend voorkwam. Dat kan kloppen want de prior van de dominicanen stond model voor Judas. Hij vond het geen aardige man.
Zo verbeeldden Leonardo en vele andere kunstenaars de laatste keer dat Jezus met zijn vrienden aan tafel lag. Een godsontmoeting bij uitstek. Ze konden na drie jaar met elkaar opgetrokken te zijn geweest, zich niet voorstellen dat het nu afgelopen was. Het zal nog geruime tijd duren voordat ze de geest kregen. In de schilderkunst afgebeeld door vlammetjes of vliegden duiven.
En zo worden bijzondere momenten uitgebeeld. Soms herkenbaar, zoals hier voor; soms in moderne kunst, abstract. Zoals het Laatste Avondmaal van Duijkuizen: 12 zwarte vlakken, waarvan er elf met een gouden rand en een geheel gouden vlak. Minimalisme ten top.
Boven in de priorij is een museum ingericht met afbeeldingen van het Laatste Avondmaal. Te klein om allemaal samen te gaan b]kijken. Maar als u er een keer toch bent, kun u mij altijd even vragen mee te gaan. Wellicht kan het bezichtigen van de kamers een godsontmoeting te weeg brengen; een heilig moment, een sacrament.